voedingswinkel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voe·dings·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voedingswinkel | voedingswinkels |
verkleinwoord | voedingswinkeltje | voedingswinkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de voedingswinkel m
- een winkel waar men voedsel kan kopen