voederden bij
- voe·der·den bij
vervoeging van |
---|
bijvoederen |
voederden (...) bij
- meervoud verleden tijd van bijvoederen
- Wij voederden bij.
- Jullie voederden bij.
- Zij voederden bij.
- Wij voederden bij.
- Het woord voederden bij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.