• vlo·gen ach·ter·uit

uit vlogen (werkwoord) en achteruit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

vervoeging van
achteruitvliegen

vlogen (...) achteruit

  1. meervoud verleden tijd van achteruitvliegen
    • Wij vlogen achteruit. 
    • Jullie vlogen achteruit. 
    • Zij vlogen achteruit.