vlogen achteruit
- vlo·gen ach·ter·uit
uit vlogen (werkwoord) en achteruit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
achteruitvliegen |
vlogen (...) achteruit
- meervoud verleden tijd van achteruitvliegen
- Wij vlogen achteruit.
- Jullie vlogen achteruit.
- Zij vlogen achteruit.
- Wij vlogen achteruit.
- Het woord 'vlogen achteruit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.