• vloei aan

uit vloei (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

vervoeging van
aanvloeien

vloei (...) aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvloeien
    • Ik vloei aan. 
  2. gebiedende wijs van aanvloeien
    • Vloei aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvloeien
    • Vloei je aan?