vliegt achteruit
- vliegt ach·ter·uit
uit vliegt (werkwoord) en achteruit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
achteruitvliegen |
vliegt (...) achteruit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitvliegen
- Jij vliegt achteruit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitvliegen
- Hij vliegt achteruit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van achteruitvliegen
- Vliegt achteruit!
- Het woord 'vliegt achteruit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.