vliege
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vliege (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvliɣə / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈvli.χə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈvli.ɣə/
Woordafbreking
- vlie·ge
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vliegen |
vliege
- aanvoegende wijs van vliegen
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
vliege
- (tweevleugeligen) vlieg; tweevleugelig insect
Schrijfwijzen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Veluws
Zelfstandig naamwoord
vliege
- (tweevleugeligen) vlieg; tweevleugelig insect