vlakten af
- Geluid: vlakten af (hulp, bestand)
- vlak·ten af
vervoeging van |
---|
afvlakken |
vlakten af
- meervoud verleden tijd van afvlakken
- Wij vlakten af.
- Jullie vlakten af.
- Zij vlakten af.
- Wij vlakten af.
- Het woord vlakten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.