vlakcoördinaten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlak·co·or·di·na·ten
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud, samenstelling van vlak zn en coördinaten zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | vlakcoördinaten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
vlakcoördinaten mv
- coördinaten die de ligging van een plat vlak in de ruimte bepalen