• vist op
vervoeging van
opvissen

vist op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvissen
    • Jij vist op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvissen
    • Hij vist op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opvissen
    • Vist op!