Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vis·krat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord viskrat viskratten
verkleinwoord viskratje viskratjes

Zelfstandig naamwoord

de viskratv / m

  1. plastic doos met openingen in de zijkanten in een standaardformaat, gebruikt voor opslag en het vervoer van pas gevangen vis
     Honderden levenloze lichamen en een enorme verwoesting vormen het beeld van de hoofdstad van de Indonesische provincie Atjeh. Bebloede stoffelijke resten gewikkeld in plastic liggen op het terrein van het Indonesische Rode Kruis in Lambaro in een noordelijke buitenwijk van Banda Atjeh. Kinderlijken worden in witte plastic viskratten bewaard, geweeklaag van ouders is overal te horen, zeggen ooggetuigen.[1]
     Huysman stort de vangst uit het sleepnet in een grote, plastic viskrat en graait er een krabje uit. De dames in het gezelschap griezelen. „Als je hem goed beetpakt, kan hij niets beginnen.”[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Reddingswerkers verzamelen talrijke doden” (27 december 2004), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron
    Gerco Verdouw
    “Zeven tips om de natuur op de Wadden te ontdekken” (2 juli 2011), Reformatorisch Dagblad