visachtiger

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  visachtiger    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈvɪsɑxtəɣər / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• vis·ach·ti·ger

Woordherkomst en -opbouw

• visachtig met het achtervoegsel -er

Bijvoeglijk naamwoord

visachtiger

1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van visachtig

Gangbaarheid

• Het woord 'visachtiger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.