violeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·o·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
violeren |
violeerde |
gevioleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
violeren [3]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord violeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.