vingen in
- vin·gen in
vervoeging van |
---|
invangen |
vingen in
- meervoud verleden tijd van invangen
- Wij vingen in.
- Jullie vingen in.
- Zij vingen in.
- Wij vingen in.
- Het woord vingen in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.