Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ving op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opvangen

ving op

  1. enkelvoud verleden tijd van opvangen
    • Ik ving op. 
    • Jij ving op. 
    • Hij, zij, het ving op. 


Gangbaarheid