vind plaats
- Geluid: vind plaats (hulp, bestand)
- vind plaats
vervoeging van |
---|
plaatsvinden |
vind plaats
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden
- Ik vind plaats.
- gebiedende wijs van plaatsvinden
- Vind plaats!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden
- Vind je plaats?
- Het woord vind plaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.