vicekanselierschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ce·kan·se·lier·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vicekanselierschap vicekanselierschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vicekanselierschapo

  1. het vicekanselier zijn
  2. de functie van vicekanselier

Gangbaarheid