Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ce·de·caan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vicedecaan vicedecanen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vicedecaanm

  1. (beroep) functie die een trap lager is dan decaan

Gangbaarheid