verzinnelijking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·zin·ne·lij·king
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verzinnelijken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verzinnelijking | verzinnelijkingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
verzinnelijking [1]
- het verzinnelijken
Gangbaarheid
- Het woord 'verzinnelijking' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.