verzesvoudiging
- ver·zes·vou·di·ging
- afleiding van Naamwoord van handeling verzesvoudigen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verzesvoudiging | verzesvoudigingen |
verkleinwoord |
de verzesvoudiging v
- zes maal zoveel als voorheen
- ▸ 964 mensen zijn positief getest na een reis naar Oostenrijk rond de jaarwisseling. Dat meldt het AD op basis van cijfers van het RIVM. Dat is een verzesvoudiging in vergelijking met de week vóór 28 december. Het aantal positief getesten onder reizigers die zijn teruggekeerd uit Zwitserland en Italië is verdubbeld.[1]
- ▸ Op het gebied van kinderporno explodeert het aantal tips. De Nationaal Rapporteur spreekt van een verzesvoudiging in een paar jaar tijd.[2]
- Het woord verzesvoudiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Bijna duizend Nederlanders besmet in Oostenrijk” (Dinsdag 4 januari 2022, 08:24), NOS
- ↑ Weblink bron “'Politie moet meer digitaal onderzoek doen in misbruikzaken'” (Donderdag 22 november 2018, 05:19), NOS