verzelfstandigen
- ver·zelf·stan·di·gen
- afgeleid van zelfstandig met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzelfstandigen |
verzelfstandigde |
verzelfstandigd |
zwak -d | volledig |
verzelfstandigen [1]
- overgankelijk zelfstandig maken
- onovergankelijk zelfstandig worden
- Het woord verzelfstandigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.