verzelfstandigde
- ver·zelf·stan·dig·de
vervoeging van |
---|
verzelfstandigen |
verzelfstandigde
- enkelvoud verleden tijd van verzelfstandigen
- Ik verzelfstandigde.
- Jij verzelfstandigde.
- Hij, zij, het verzelfstandigde.
- Ik verzelfstandigde.
- verbogen vorm van verzelfstandigd, voltooid deelwoord van verzelfstandigen
- Het woord verzelfstandigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.