Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·vlie·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vervlieten
vervloot
vervloten
klasse 2 volledig

Werkwoord

vervlieten

  1. ergatief wegstromen
  2. ergatief verdampen
  3. ergatief verdwijnen, in het niet opgaan
    • De gedachten daaraan vervloten toen de slaap hem eindelijk overmande. 

Gangbaarheid