verversen
- ver·ver·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verversen |
ververste |
ververst |
zwak -t | volledig |
verversen
- overgankelijk aanvullen met nieuwe, verse spullen
- Het aanbod op de website wordt elke dag ververst.
- De commissie wordt jaarlijks ververst met nieuwkomers.
- overgankelijk verbruikte, opgebruikte dingen vervangen door nieuwe, ongebruikte
- Ik ververs de olie van mijn auto.
- Het woord verversen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verversen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be