verstarren
- Geluid: verstarren (hulp, bestand)
- ver·star·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verstarren |
verstarde |
verstard |
zwak -d | volledig |
verstarren
- ergatief star of vast worden
- De lava is inmiddels verstard.
- ergatief overdrachtelijk verharden gewoonlijk van gelaatstrekken of blik
- Zijn ogen verstarden en hij overleed.
- Het woord verstarren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verstarren" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be