• ver·snoept
  • vervoeging van versnoepen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
versnoepen

versnoept

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versnoepen
    • Jij versnoept. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versnoepen
    • Hij versnoept. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van versnoepen
    • Versnoept! 
vervoeging van: versnoepen…
verbogen vorm: versnoepte

versnoept

  1. voltooid deelwoord van versnoepen
  • Hij kijkt of hij zijn laatste oortje heeft versnoept
hij kijkt heel ongelukkig
  • Kijken alsof men z'n laatste oortje versnoept heeft
verlegen en beteuterd kijken

[1]