versifiëren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: versifiëren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·si·fi·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het Franse versifier (van Latijn versificare) met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
versifiëren |
versifieerde |
geversifieerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
versifiëren [1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'versifiëren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.