• ver·schaft
  • vervoeging van verschaffen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verschaffen

verschaft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschaffen
    • Jij verschaft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschaffen
    • Hij verschaft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verschaffen
    • Verschaft! 
vervoeging van: verschaffen…
verbogen vorm: verschafte

verschaft

  1. voltooid deelwoord van verschaffen