Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Verrezene


  • ver·re·ze·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord verrezene verrezenen
verkleinwoord - -

de verrezenem

  1. iemand die is opgestaan, iets of iemand die weer tot leven is gekomen
     Van de Romeinse catacomben tot en met moderne religieuze kunst is Christus afgebeeld: als kind, man, dode en verrezene.[2]

het verrezeneo

  1. iets wat is opgericht of gebouwd
     Niemand weet precies wat er straks op die magische strook zal verrijzen, maar dat het groots zal worden is ons al vele malen en van vele kanten ingepeperd. Of het verrezene ook, om met de dichter Marsman te spreken, meeslepend zal zijn, valt letterlijk nog te bezien.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    David Rijser
    “Jezus Erectus; De naakte waarheid” (10 oktober 1997) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Max van Rooy
    “De stad is weer toe aan een stadsbouwmeester” (18 mei 1989) op nrc.nl