verrezene
Niet te verwarren met: Verrezene |
- ver·re·ze·ne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verrezene | verrezenen |
verkleinwoord | - | - |
de verrezene m
- iemand die is opgestaan, iets of iemand die weer tot leven is gekomen
- ▸ Van de Romeinse catacomben tot en met moderne religieuze kunst is Christus afgebeeld: als kind, man, dode en verrezene.[2]
het verrezene o
- iets wat is opgericht of gebouwd
- ▸ Niemand weet precies wat er straks op die magische strook zal verrijzen, maar dat het groots zal worden is ons al vele malen en van vele kanten ingepeperd. Of het verrezene ook, om met de dichter Marsman te spreken, meeslepend zal zijn, valt letterlijk nog te bezien.[3]
- Het woord verrezene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron David Rijser“Jezus Erectus; De naakte waarheid” (10 oktober 1997) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Max van Rooy“De stad is weer toe aan een stadsbouwmeester” (18 mei 1989) op nrc.nl