• ver·mi·cel·li
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘draadvormige meelpijpjes’ voor het eerst aangetroffen in 1683 [1]
  • Uit het Italiaans
enkelvoud meervoud
naamwoord vermicelli
verkleinwoord

de vermicellim

  1. (voeding) een type pasta dat dunner is dan spaghetti
    • In plaats van spaghetti hadden we deze keer vermicelli. 
96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]