Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·me·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vermenen
vermeende
vermeend
zwak -d volledig

Werkwoord

vermenen [1]

  1. (iets onbewezens) aannemen
  2. ten onrechte menen, ten onrechte veronderstellen

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen