• ver·meen·de
vervoeging van
vermenen

vermeende

  1. enkelvoud verleden tijd van vermenen
    • Ik vermeende. 
    • Jij vermeende. 
    • Hij, zij, het vermeende. 
vervoeging van: vermenen…
verbogen vorm: vermeendee

vermeende

  1. verbogen vorm van vermeend, voltooid deelwoord van vermenen

vermeende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vermeend