verloden
- ver·lo·den
verloden [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verloden |
verloodde |
verlood |
zwak -d | volledig |
- verzegelend met een loodje
- ▸ Febiac wijst erop dat de begrenzers beveiligd worden door ze te verloden of via elektronische weg, en dat enkel gemachtigde constructeurs-installateurs via een persoonlijke code toegang hebben tot de afgestelde begrenzers.[2]
- voorzien van een loodlaag
1. voorzien van een loodlaag
- Het woord verloden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verloden" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Febiac: 'Geen onderbrekers op snelheidsbegrenzers'” (19 juli 2000), De Morgen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be