verleuteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verleuteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·leu·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verleuteren |
verleuterde |
verleuterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verleuteren [1]
- overgankelijk met kletsen (oeverloos zwammen) verloren laten gaan
Gangbaarheid
- Het woord verleuteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.