verkleven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·kle·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verkleven |
verkleefde |
verkleefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verkleven [1]
- (medisch) onovergankelijk aan elkaar gaan plakken, o.a. van delen van organen
Gangbaarheid
- Het woord verkleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verkleven" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be