• ver·hit·ters

de verhittersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verhitter
    • In Stripa bootst men met elektrische verhitters de hitte na die wordt uitgestraald door afgewerkte kernbrandstofelementen of afval dat bij het opwerken is vrijgekomen. [1]

verhitters

  1. partitief van de vergrotende trap van verhit
    • Meningsverschillen zijn er in onze club bij meer onderwerpen, maar niets verhitters dan een discussie over contributieverhoging.