• ver·hak·se·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verhakselen
verhakselde
verhakseld
zwak -d volledig

verhakselen

  1. overgankelijk in kleine stukjes hakken
74 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be