vergist
- ver·gist
- vervoeging van vergissen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
- vervoeging van vergisten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
vergissen |
vergist
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich vergissen
- Jij vergist je.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich vergissen
- Hij vergist zich.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zich vergissen
- Vergist je!
vervoeging van: | vergissen… |
verbogen vorm: | vergiste |
vergist
- voltooid deelwoord van zich vergissen
vervoeging van |
---|
vergisten |
vergist
vervoeging van: | vergisten… |
verbogen vorm: | vergiste |
vergist
- voltooid deelwoord van vergisten