verduidelijkt
- ver·dui·de·lijkt
- vervoeging van verduidelijken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
verduidelijken |
verduidelijkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verduidelijken
- Jij verduidelijkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verduidelijken
- Hij verduidelijkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verduidelijken
- Verduidelijkt!
vervoeging van: | verduidelijken… |
verbogen vorm: | verduidelijkte |
verduidelijkt
- voltooid deelwoord van verduidelijken