verdierlijken
- Geluid: verdierlijken (hulp, bestand)
- IPA: /vərˈdirləkə/
- ver·dier·lij·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verdierlijken |
verdierlijkte |
verdierlijkt |
zwak -t | volledig |
verdierlijken
- ergatief verworden tot iemand met dierlijke instincten
- Zij verdierlijkten daar op de plaats van de ramp.
- overgankelijk dierlijke instincten de overhand doen krijgen
- De gruwelijke omstandigheden en de honger hadden hen verdierlijkt.
- Het woord verdierlijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.