• ver·bid·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verbidden
verbad
verbeden
klasse 5 volledig

verbidden

  1. overgankelijk door bidden tot andere gedachten brengen
    • En Izak bad den HEERE zeer in de tegenwoordigheid van zijn huisvrouw; want zij was onvruchtbaar; en de HEERE liet zich van hem verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, zwanger werd.[1] 
48 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[2]
  1. Genesis 25:21 Statenvertaling (Jongbloed-editie 1888)
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be