venizoen
- ve·ni·zoen
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | venizoen | |
verkleinwoord |
venizoen [2]
- dieren waarop men jacht maakt
- vlees van wilde dieren waarop men heeft gejaagd
- Het woord 'venizoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "venizoen" herkend door:
5 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ venizoen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be