Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veels·zins
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

veelszins [1]

  1. in meer dan één opzicht
  2. gewoonlijk

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen