veegde op
- veeg·de op
vervoeging van |
---|
opvegen |
veegde op
- enkelvoud verleden tijd van opvegen
- Ik veegde op.
- Jij veegde op.
- Hij, zij, het veegde op.
- Ik veegde op.
- Het woord veegde op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.