Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • var·roa
enkelvoud meervoud
naamwoord varroa varroa's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de varroav / m

  1. (spinachtigen) benaming voor uitwendige parasieten uit het geslacht Varroa  , (mijten) die voorkomen op insecten
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie