varroa
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- var·roa
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | varroa | varroa's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (spinachtigen) benaming voor uitwendige parasieten uit het geslacht Varroa , (mijten) die voorkomen op insecten
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord varroa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.