vakantieoverzicht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·over·zicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantieoverzicht vakantieoverzichten
verkleinwoord vakantieoverzichtje vakantieoverzichtjes

Zelfstandig naamwoord

het vakantieoverzichto

  1. lijst met alle vakanties
  2. lijst waarop staat vermeld wanneer wie op vakantie is
  3. overzicht met voor de vakantie belangrijke informatie
     De vakantie nadert, die eindeloze zee aan vrije tijd. Althans voor de kinderen. Natuurlijk is er het campingzwembad en de waterglijbaan waar ze zich kunnen verpozen, maar er is vaak ook de lange reis en ochtenden waarop papa en mama willen uitslapen. Dan zijn daar tablet en smartphone voor elektronisch vermaak. Welke apps kun je je kinderen voorschotelen zonder jezelf op te zadelen met een schuldgevoel? Het vakantieoverzicht van apps-die-je-kinderen-niet-in-klikkende-zombies-veranderen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    BARD VAN DE WEIJER
    “Zij swipen, jij slapen: de beste vakantie-apps voor kinderen” (17 juni 2018, 21:04), De Morgen