Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·der·land·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen vaderlandloos
verbogen vaderlandloze
partitief vaderlandloos

Bijvoeglijk naamwoord

vaderlandloos

  1. zonder vaderland
    • Mijn liefde voor het Nederlands bewijst dat ik geen vaderlandloze kosmopoliet ben. 

Gangbaarheid