vacatie
- va·ca·tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vacatie | vacaties vacatiën |
verkleinwoord | - | - |
de vacatie v
- het onbezet zijn (van een betrekking), het vacant zijn
- vacatiegeld
- Het woord vacatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vacatie" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ vacatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be