Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vaar·de door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorvaren

vaarde (...) door

  1. enkelvoud verleden tijd van doorvaren
    • Ik vaarde door. 
    • Jij vaarde door. 
    • Hij, zij, het vaarde door. 

Gangbaarheid