• ut·sty·re
  • Afkomstig uit het Nederduits.
  • Werkwoord met het voorvoegsel ut-.
Naar frequentie 34683
vervoeging
onbepaalde wijs utstyre
tegenwoordige tijd utstyrer
verleden tijd utstyrte
voltooid
deelwoord
utstyrt
onvoltooid
deelwoord
utstyrende
lijdende vorm utstyres
gebiedende wijs utstyr
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

utstyre

  1. overgankelijk uitrusten, toerusten, voorzien van
    «Leiligheten var godt utstyrt
    Het appartement was goed uitgerust.



  • ut·sty·re
  • Afkomstig uit het Nederduits.
  • Werkwoord met het voorvoegsel ut-.
vervoeging
onbepaalde wijs utstyre
utstyra
tegenwoordige tijd utstyrer
verleden tijd utstyrde
utstyrte
voltooid
deelwoord
utstyrt
(bijvorm) utstyrd
onvoltooid
deelwoord
utstyrande
lijdende vorm utstyrast
(bijvorm): utstyras
gebiedende wijs utstyr
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

utstyre

  1. overgankelijk uitrusten, toerusten, voorzien van
    «Voyager 1 er ein ubemanna romsonde som er sendt ut for å utforske det ytre solsystemet.»
    Voyager 1 is een onbemande ruimtesonde die gestuurd is om het buitenste zonnestelsel te verkennen.