underansikt
- un·der·an·sikt
- Afkomstig van het Noorse zelfstandige naamwoord ansikt met het voorvoegsel under- en met het voorvoegsel an-
Naar frequentie | > 50000 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | underansikt | underansiktet | underansikt underansikter |
underansikta underansiktene |
genitief | underansikts | underansiktets | underansikts underansikters |
underansiktas underansiktenes |
underansikt, o
- (anatomie) het benedendeel van het gezicht
- et fremskutt underansikt
een vooruitstekend benedendeel van het gezicht
- et mer snuteformet underansikt
een meer snuitvormig benedendeel van het gezicht
underansikt, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van underansikt